Het boerderijtjeshuis
Wat er allemaal groeit en bloeit achter een doordeweekse gevel.
Aflevering 3: Zakje patat
Dit is het ietwat trieste verhaal van onze patattenzak. Om misverstanden te vermijden: de patattenzak waarvan sprake is die kleine, dikke, groene op de foto's. Bijna een hele zomer lang stond hij te groeien en te bloeien op ons terras. En de verwachtingen waren hooggespannen.
We hadden immers gezien op YouTube: mensen die in een zak of autoband een laagje aarde en/of ruwe compost doen, en daar aardappels in planten. Als het loof flink opgeschoten is, bedekken ze het met een nieuwe laag aarde/ruwe compost, en de planten schieten weer verder op. En zo ga je maar door tot je een hele zak of stapel banden vol hebt.
De theorie: bij elke nieuwe laag vormen de aardappelplanten opnieuw wortels en dus aardappels. Zodat je op het einde een zak boordevol smakelijke, dikke joekels hebt.
Een beetje zoals de wonderbaarlijke visvangst, maar dan met patatten, voor de meer bijbelvasten onder u.
Nou…
De wereld op YouTube wil er al wel eens rooskleuriger uitzien dan het echte leven, en al zeker dan het harde, karige bestaan in een boerderijtjeshuis. Op een herfstige dag begon ik hoopvol te graven in onze patattenzak. De dikke exemplaren in de bovenlaag deden dromen van een rijke oogst. Maar hoe dieper ik ging, hoe stiller het werd. Naar schatting een kilometer heb ik doorgegraven. En af en toe botste ik effectief op een triest en totaal vereenzaamd aardappeltje dat, net als ik, blij was om nog eens iemand tegen te komen.
Net genoeg voor twee zeer bescheiden maaltjes zat er in de zak. Bummer! De ruwe compost was wel, zoals beloofd, veranderd in een fijne, korrelige substantie. Maar dat draai je nu eenmaal niet in de puree.
Dit gezegd zijnde: we geven het niet op. Dan kennen ze ons nog niet. We gaan door met experimenteren tot wij ook zo’n prachtige zak barstensvol aardappelen hebben. Zoals op YouTube. Want groots en meeslepend willen we leven. U hoort hier nog van!
Aflevering 2: Kweekt aardappelen! Akkerdjie!
Mijn eerste aardappelen geoogst.
Ik heb al behoorlijk wat groenten gekweekt de voorbije jaren. Maar dus nog nooit een simpele patat.
Dat komt omdat de meeste moestuinboekjes er een beetje hautain de neus voor ophalen. En ook wel door wijlen Valentin, een Russische vluchteling uit Kazachstan die we vele jaren geleden leerden kennen, en die volgens mij het prachtigste volkstuintje van Brussel had. Al kan de wodka die hij ons er altijd rijkelijk schonk daar ook wel voor wat tussen zitten. Aardappelen zijn hier zo goedkoop, vond Valentin, dat het dom zou zijn om ze zelf te kweken.
Maar toen kwam corona, zoals u misschien ook al wel was opgevallen. En omdat er toch een beetje een survivalist in mij zit, wilde ik écht eten gaan kweken, niet zomaar wat groentegarnituur. Terwijl het gepeupel de supermarkten zou bestormen, zouden wij onze eigen patatjes opknoefelen, dat was zo’n beetje het idee.
Wat er dan gebeurde, was pure magie: omdat ik niet meer aan plantgoed was geraakt - ik ben niet zo’n puike organisator - trok ik met wat trieste doorgeschoten aardappeltjes naar het samentuintje waar ik een lapje grond mag bewerken. Op aanwijzen van MMMM (staat voor: Mijn MoestuinMentor Marc) stopte ik kleine stukjes aardappel in de grond. En zowaar: een paar weken later stonden er zes rijtjes aardappelplanten. Nog even aanaarden, en dat was het dan zowat.
Er ging een degoutant hete zomer over, en er viel volgens mij evenveel regen als in Dead Valley, dus mijn verwachtingen waren niet echt hooggespannen toen ik zo’n vier maanden later de eerste riek in de grond stak. Beetje stof en keien woelen, dacht ik.
Maar wat ik opgroef, was puur goud! Enfin, zo voelde het toch. Aan elke plant zaten een hoop dikke kerngezonde aardappelen. Samen een hele, forse fruitkist vol. Waar we naar schatting een kleine twee maanden mee voortkunnen. En dat allemaal van zes kleine rijtjes!
Je eigen aardappelen oogsten is een beetje als paaseitjes rapen voor volwassenen. Voelen en woelen en nog een dikkerd uit de grond halen. En verbaasd zijn over hoe uit zo’n klein zakje doorgeschoten aardappelen zo’n massa eten tevoorschijn kan komen.
Andere planten brengen vaak ook flink wat eten voort, maar dat oogst je geleidelijk, een hele zomer lang. Als je het allemaal in één keer bij elkaar ziet, is het best wel indrukwekkend.
We zitten ferm in de patatten!
Aflevering 1: Wat is en wat nog kan komen
Achter in ons stadstuintje houden we ons ‘vee’: kippen en sinds kort ook konijnen. Ze zorgen voor verse eitjes, leven en gezelligheid, de verwerking van keukenafval en overschotjes, (daarna) voor mest en vruchtbare grond voor de moestuinbakken, en af en toe ook wel voor hels kakelkabaal.
De begroeiing in dit stukje tuin is nu nog wat chaotisch, maar op termijn willen we hier graag kleine fruitboompjes zetten. Appelen en peren zeker. Pruimen misschien ook, al zouden de konijnen dat weleens als een verkeerd signaal kunnen opvatten.
Gras hebben we niet veel. We blijven het gemakkelijk de baas met ons rolmaaiertje. En in de winter laten we de kippen erop los.
Aan de randen proberen we aan permacultuur of boslandbouw te doen: bomen voor schaduw en fruit, daaronder groeien frambozen en kruisbessen, en op de grond bloemen.
Op termijn willen hier ook doorlevende groenten en kruiden tussen kweken, en ander eetbaars voor mens en dier. En voor de bijen is er in ons tuintje ook wel altijd iets dat bloeit.
De moestuin ligt waar hij hoort: bij de keukendeur. Al is ‘tuin’ in deze wel een groot woord, want al onze groenten groeien in bakken en potten.
Het aanbod verschilt van jaar tot jaar. Nu groeien er: tomaten (10 planten!), een courgette, boontjes, komkommers, radijsjes, koolrabi, paprika’s, snijbiet, aardappelen, basilicum en nog wat andere kruiden.
De tomaten zijn een beetje verwilderd. Elk jaar beginnen we ze vol goede moed te snoeien, en ergens halverwege loopt het dan toch fout. Elke keer nemen we ons voor dat niet meer te laten gebeuren. Dit jaar is dat dus weer niet gelukt. Maar volgend jaar… Overigens smaken de tomaten er niet slechter op!
Wij zijn heel blij met onze groenten. De slakken helaas ook. En omdat we geen bestrijdingmiddelen willen gebruiken, moet het op ambachtelijke wijze. Wellicht hebben de buren zich al vaak afgevraagd wat ik ’s avonds laat met een stok en een zaklamp tussen mijn planten zit te doen.
Het plan: veel meer vaste kruiden en kruiden in potten kweken, en daar dan fatsoenlijk mee leren koken. Want verse kruiden smaken echt zoveel beter. Goed plan! Doenbaar!
Het grotere plan: de platte daken en achtergevel omvormen tot een gigantisch vertical farm (klinkt beter in het Engels). In mijn verbeelding zie ik hier al hangende tuinen, verdiepingen vol eetbaar groen, afdalend naar een weelderige stadtuin, met meer eten dan we op kunnen. Goed plan? Doenbaar?
En in de kelder kweken we dan al onze champignons. En ook nog bladgroenten, in een kas die van ledlicht wordt voorzien door een zonnepaneel, en van restwarmte door de motor van onze diepvriezer. Yeah right…
En als er iemand in onze landerijen verloren loopt, hoeft hij of zij maar op het geluid van de bel af te komen.